ALGEMEEN
Deze paragraaf geeft inzicht in diverse gemeentelijke belastingen en heffingen.
Bij gemeentelijke belastingen wordt onderscheid gemaakt tussen:
- belastingen
- bestemmingsheffingen
Belastingopbrengsten zijn bedoeld als algemeen dekkingsmiddel, bestemmingsheffingen worden gebruikt om de kosten van de dienstverlening of voorziening te dekken.
De belastingopbrengsten dekken in 2019 circa 8,95% van de lasten af.
BELEIDSUITGANGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN
Om een sluitende begroting te kunnen houden, wordt de geraamde inflatie doorberekend in de lasten en baten. De gehanteerde inflatiecorrectie in de begroting 2019 is overeenkomstig de inflatiecorrectie in de meicirculaire 2018 van het gemeentefonds en bedraagt 2,3%.
Bij de bestemmingsheffingen waarvoor het beleidsuitgangspunt 100% kostendekking is kan een andere tariefaanpassing nodig zijn.
Voor bestemmingsheffingen geldt verder dat ze soms worden vastgesteld door het rijk. Ook kan de beleidsdoelstelling van een heffing reden zijn om het tarief anders aan te passen dan de inflatie vereist.
KOSTEN VAN HEFFING EN INVORDERING
Er zijn diverse kosten die samenhangen met het heffen en invorderen van leges en belastingen. Hieronder vallen niet alleen de directe loonkosten, maar ook alle overige kosten die hiermee samenhangen. Het gaat dan om de kosten van heffing en invordering van de volgende belastingen en heffingen: onroerende-zaakbelastingen, precariobelasting, toeristenbelasting, bouwgrondbelasting, reclamebelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Verder kan 1/3 van de lasten in het kader van de wet WOZ als kostenpost voor de heffing van belastingen en heffingen worden beschouwd (betreft een gezamenlijke uitvoering, ook voor de belastingdienst en het waterschap). De kosten voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen worden voor 2019 geraamd op € 290.000.
De totale opbrengst van voornoemde belastingen en heffingen wordt in 2019 geraamd op € 11.152.609. De lasten voor heffing en invordering zijn daarmee 2,60% van de geraamde opbrengst.
OVERZICHT GEMEENTELIJKE BELASTINGEN EN HEFFINGEN
Wettelijk is bepaald welke belastingen de gemeente mag heffen. De gemeente heeft binnen dit kader de vrijheid om een bepaalde belasting of heffing wel of niet in te voeren. Ook mag de gemeente vaak de hoogte van de tarieven bepalen. Bij een aantal heffingen geldt echter een beperking. Zo mogen de leges (per onderdeel) maximaal kostendekkend zijn. Daarnaast is voor een aantal tarieven in bijzondere wetten maximum tarieven opgenomen.
Onderstaand een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en heffingen met de bijbehorende opbrengsten.
Opbrengsten belastingen, leges en heffingen
Werkelijk 2017 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | |
---|---|---|---|
Belastingen: | |||
Onroerende-zaakbelastingen | 5.198.125 | 5.413.000 | 5.632.000 |
Bouwgrondbelasting | 6.801 | 2.404 | 2.404 |
Reclamebelasting | 54.828 | 62.432 | 63.868 |
Precariobelasting | 95.225 | 92.671 | 94.803 |
Toeristenbelasting | 18.211 | 14.210 | 14.547 |
Totaal belasting opbrengsten: | 5.373.190 | 5.584.717 | 5.807.622 |
Leges en heffingen: | |||
Leges titel 1 (o.a. leges burgerzaken, algemene plaatselijke verordening) | 674.638 | 564.791 | 578.161 |
Leges titel 2 (o.a. leges WABO en milieu) | 1.022.829 | 738.391 | 877.169 |
Leges titel 3 (o.a. leges voor evenementen) | * | * | 30.690 |
Marktgelden | 23.451 | 25.099 | 25.664 |
Afvalstoffenheffing | 3.060.594 | 2.923.842 | 2.997.735 |
Rioolheffing | 2.193.925 | 2.263.765 | 2.347.252 |
Lijkbezorgingsrechten | 3.279 | 4.067 | 4.067 |
Totaal leges en heffingen | 6.978.716 | 6.519.955 | 6.860.738 |
Totaal belastingen en leges en heffingen | 12.351.906 | 12.104.672 | 12.668.360 |
* Informatie niet bekend t/m 2018 (was begrepen onder titel 1).
Gemiddelde lastendruk per gezin in Best
Belasting / heffing: | Begroting 2018 | Begroting 2019 |
---|---|---|
Onroerende-zaakbelastingen o.b.v. een gemiddelde | 258 | |
Onroerende zaakbelastingen o.b.v. een gemiddelde | 261 | |
Afvalstoffenheffing | 235 | 238 |
Rioolheffing | 165 | 169 |
Totale lastendruk in Best | 658** | 668 |
*Het betreft hier een voorlopige inschatting van de OZB in 2019. Het definitief tarief is naast de gehanteerde inflatiecorrectie ook afhankelijk van de WOZ-waarde per 1 januari 2018. Bij het samenstellen van deze begroting waren de nieuwe taxaties nog niet afgerond.
** In 2018 is de totale lastendruk volgens de berekening in de begroting 2018 opgenomen. De lastendruk voor Best die hieronder wordt gepresenteerd is gebaseerd op de berekeningen in de atlas van de lokale lasten 2018. Deze berekeningen wijken iets af, waardoor in de atlas wordt uitgegaan van een lastendruk van € 662 per gezin.
Vergelijking lastendruk Best in 2018 ten opzichte van de gemiddeld landelijke lastendruk in 2017*
Best | Gemiddeld | Laagst | Hoogst |
---|---|---|---|
662 | 721 | 505 | 1.234 |
Vergelijking lastendruk Best in 2018 ten opzichte van de gemiddelde lastendruk regionaal in 2017*
Best | Eindhoven | Nuenen | Oirschot | Son en Breugel | Veldhoven |
---|---|---|---|---|---|
662 | 619 | 917 | 836 | 613 | 560 |
* Het is belangrijk om de lastendruk periodiek te vergelijken met de lastendruk van omliggende gemeenten. Informatie over 2019 komt van andere gemeenten pas beschikbaar na het vaststellen van hun begrotingen. Hierdoor is een actueel vergelijk met omliggende gemeenten niet mogelijk. Om de lastendruk van onze gemeente wel te kunnen vergelijken met omliggende gemeenten, is een vergelijking gemaakt op basis van het voorgaand begrotingsjaar.
Toelichting ontwikkeling lastendruk
Uit de vergelijkingen voor 2018 blijkt dat de woonlasten in Best redelijk laag zijn. Zowel in vergelijking met de landelijke als regionale lasten. De gemeente Best staat in de landelijk ranglijst voor goedkoopste gemeente qua woonlasten voor meerpersoons-huishoudens op plaats 68 van de 380 gemeenten. Binnen de provincie Noord-Brabant is de gemeente Best de op 14 gemeenten na de goedkoopste gemeente. Er zijn dus maar 14 gemeenten in Noord-Brabant die lagere woonlasten in rekening brengen. Voor 2019 worden in Best de lasten aangepast met een inflatiecorrectie van 2,3%.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit laat zien hoe de lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk. Dit is de lastendruk van het begrotingsjaar (2019) ten opzichte van de landelijk gemiddelde lastendruk in het voorafgaande begrotingsjaar (2018) uitgedrukt in een percentage. Belastingcapaciteit: 668/721 x100%=92,6% (in 2018 91,0%).
TOELICHTING BELASTINGEN, LEGES EN HEFFINGEN
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
De OZB is voor veel gemeenten de belangrijkste inkomstenbron. Geheven wordt een eigenarenbelasting bij woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting bij niet-woningen. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de OZB is vastgelegd in de Gemeentewet.
Voor de berekening van de OZB in 2019 wordt de WOZ-waarde per waardepeildatum 1 januari 2018 gebruikt. Belastingplichtig is degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een woning of niet-woning en/of gebruiker van een niet-woning. Het belastbaar feit is de onroerende zaak (woning of niet-woning). Het tarief wordt uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde.
De OZB worden voor 2019 verhoogd met een inflatiepercentage van 2,3%.
De (voorlopige) tarieven voor 2019 :
Eigenaren woningen | 0,0978% van de WOZ-waarde (2018: 0,0956%) |
Eigenaren niet-woningen | 0,1773% van de WOZ-waarde (2018: 0,1733%) |
Gebruikers niet-woningen | 0,1439% van de WOZ-waarde (2018: 0,1407%) |
Toelichting tarieven OZB:
Het is niet de bedoeling dat een stijging of daling van de WOZ-waarden tot hogere of lagere opbrengsten van de OZB leidt. Dit betekent dat de tarieven pas definitief worden bepaald op het moment dat de WOZ-waarden per waardepeildatum 1 januari 2018 bekend zijn. Als de WOZ-waarden stijgen, dan daalt het tarief van de OZB, omgekeerd, dalen de WOZ-waarden dan stijgt het tarief van de OZB. Totaal bezien blijft zo de totale belastingopbrengst zoals in de begroting is verwerkt, gelijk. Vanwege aanpassing van de WOZ-waarden kunnen wel individuele verschuivingen optreden tussen de huishoudens / niet woningen.
Bouwgrondbelasting
De bouwgrondbelasting (tegenwoordig 'baatbelasting') is bedoeld om de gemeentelijke kosten te dekken voor voorzieningen die door of met medewerking van de gemeente tot stand zijn gebracht. De bevoegdheid tot het heffen van de baatbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
Het belastbaar feit is de onroerende zaak die baat heeft van de getroffen voorzieningen. Belastingplichtig is de eigenaar van een onroerende zaak die gebaat is bij de voorzieningen. De heffingsmaatstaf is in het geval van de bouwgrondbelasting ‘Koekoekbos’ een bedrag per vierkante meter. Hoewel de belasting in beginsel ineens wordt geheven, wordt de belasting meestal (op verzoek) in dertig jaren geheven.
Beleid bouwgrondbelasting:
Uitgangspunt bij deze belasting is kostenverhaal. Hierbij wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie op het moment van het treffen van de voorzieningen.
Reclamebelasting
Vanaf 2012 wordt in het zogenaamde ‘stimuleringsgebied’ reclamebelasting geheven. Dit gebied is gelegen in het centrum van Best. De reclamebelasting is ingevoerd op verzoek van een grote meerderheid van de ondernemers in het gebied. De bevoegdheid tot het heffen van de reclamebelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. De belasting wordt opgelegd voor het hebben van een openbare aankondiging (reclame-uiting) die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Belastingplichtig is de gebruiker van een onroerende zaak waarop en waarbij één of meer reclame-uitingen zijn aangetroffen.
De heffingsgrondslag en de tarieven zijn opgenomen in de verordening reclamebelasting 2014.
Beleid reclamebelasting:
Er is een convenant afgesloten met de Stichting Centrummanagement. Aanpassingen van het tarief worden in overleg met de Stichting Centrummanagement vastgesteld. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, na aftrek van de door de gemeente gemaakte perceptiekosten, in de vorm van een subsidie afgedragen aan de Stichting Centrummanagement Best.
Precariobelasting
De precariobelasting is een algemene belasting die wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Bijvoorbeeld reclame-uitingen en luifels aan winkels, het plaatsen van containers, enzovoort. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de precariobelasting is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffingsgrondslagen en de tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting 2019.
Beleid precariobelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Jaarlijks vindt indexering plaats.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting is een algemene belasting voor overnachtingen binnen Best door niet-Bestenaren (of niet-inwoners). Het gaat om overnachtingen in hotels , pensions en dergelijke tegen een vergoeding in welke vorm dan ook. De opbrengst komt ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. De bevoegdheid tot het heffen van de toeristenbelasting is vastgelegd in de Gemeentewet. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. Het tarief is een vast bedrag per overnachting.
De heffingsgrondslag en het tarief zijn opgenomen in de verordening toeristenbelasting 2019.
Beleid toeristenbelasting:
De belasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel. Jaarlijks vindt indexering plaats.
Leges en heffingen
Leges zijn vergoedingen voor diverse door de gemeente verleende diensten zoals het behandelen van vergunningsaanvragen en het verstrekken van documenten. Daarnaast gaat dit onderdeel in op de heffingen, waarvan de afvalstoffenheffing en de rioolheffing de belangrijksten zijn. De bevoegdheid tot het heffen van leges is vastgelegd in de Gemeentewet.
In dit verband worden tevens de belangrijkste heffingen behandeld, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is voorgeschreven dat de totale geraamde legesopbrengst per titel de totale geraamde kosten per titel niet mogen overstijgen. Daarnaast is bepaald dat inzicht gegeven moet worden in de kostentoerekening voor de leges en heffingen.
Op basis van onderstaande tabel wordt per onderdeel inzicht gegeven in de mate van kostendekking
Tabel kostentoerekening en kostendekking
Soort leges | Taakveld | Directe toerekeningen | Indirecte toerekeningen en vanuit taakveld 0.4 | Totale lasten | Totale opbrengsten | Totale opbrengsten -/- totale lasten | % kosten-dekking | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Leges Titel 1: Leges Algemene dienstverlening | ||||||||
Leges burgerlijke stand | 0.2 | 22.177 | 16.412 | 38.589 | 50.782 | 12.193 | 131,60% | |
Leges reisdocumenten | 0.2 | 181.417 | 85.793 | 267.210 | 159.566 | -107.644 | 59,72% | |
Leges rijbewijzen | 0.2 | 93.488 | 43.842 | 137.330 | 150.312 | 12.982 | 109,45% | |
Leges verstrekkingen BRS | 0.2 | 55.105 | 5.783 | 60.888 | 7.805 | -53.083 | 12,82% | |
Leges overige publiekszaken | 0.2 | 51.856 | 16.565 | 68.421 | 48.258 | -20.163 | 70,53% | |
Leges APV* | 2.1 | 245.123 | 211.064 | 456.187 | 37.755 | - 418.432 | 8,28% | |
Leges leggen kabels en leidingen | 2.1 | 23.396 | 17.944 | 41.340 | 123.683 | 82.343 | 299,18% | |
Totaal leges titel 1: | 672.562 | 397.403 | 1.069.965 | 578.161 | -491.804 | 54,04% | ||
Titel 2:Leges fysieke leefomgeving/omgevings- | ||||||||
vergunning | ||||||||
Vergunningverlening milieu | 8.3 | 40.415 | 31.335 | 71.750 | 12.369 | -59.381 | 17,24% | |
Vergunningverlening ruimtelijke | ||||||||
regelgeving | 8.3 | 512.708 | 268.904 | 781.612 | 849.800 | 68.188 | 108,72% | |
Leges principeverzoeken (IPNI) | 8.3 | 47.059 | 37.724 | 84.783 | 15.000 | -69.783 | 17,69% | |
Totaal leges titel 2: | 600.182 | 338.863 | 938.135 | 877.169 | -60.976 | 93,50% | ||
Titel 3: Leges Europese dienstenrichtlijn | ||||||||
Leges voor horeca, evenementen en overig | 1.2 | 53.822 | 47.346 | 101.168 | 30.690 | -70.478 | 30,34% | |
Totaal leges titel 3: | 53.822 | 47.346 | 101.168 | 30.690 | -70.478 | 30,34% | ||
| 1.326.566 | 738.612 | 2.109.268 | 1.486.020 | -623.258 | 70,45% | ||
Overige heffingen | ||||||||
Marktgeld | 3.3 | 20.488 | 15.378 | 35.866 | 25.664 | -10.767 | 69,98% | |
Lijkbezorgingsrechten | 7.5 | 6.932 | 2.144 | 9.076 | 4.067 | -5.043 | 44,64% | |
Afvalstoffenheffing | 7.3 | 3.837.647 | 85.140 | 3.922.787 | 3.922.461 | -326 | 100,00% | |
Rioolheffing | 7.2 | 2.121.214 | 226.031 | 2.347.245 | 2.347.252 | 7 | 100,00% | |
Totaal Overige heffingen | 5.986.281 | 328.693 | 6.314.974 | 6.299.444 | -15.530 | 99,75% | ||
Totaal heffingen / leges | 7.312.847 | 1.111.405 | 8.424.252 | 7.785.464 | -638.788 | 92,42% |
* Leges APV: deze leges waren tot en met begroting 2018 inclusief de leges van titel 1 opgenomen onder titel 3. Vanaf 2019 zijn deze leges per titel uitgesplitst. Gebleken is dat het grootste aandeel titel 1 betreft.
Leges
Leges kunnen om diverse redenen worden geheven. Bij de tarieven van elke legessoort vinden andere afwegingen plaats.
Beleid tarieven leges:
De volgende zaken kunnen belangrijk zijn bij de bepaling van de hoogte van tarieven:
-het verplicht uitvoeren van wettelijke taken op basis van een wettelijk tarief;
-de wens om zaken te reguleren (leges in het kader van veiligheid en de openbare orde);
-de wens om regionale tarieven te hanteren
-aanpassingen voor inflatie;
-voldoen aan de wettelijke kostendekkingsvoorschriften.
Er zijn zeer veel verschillende soorten leges. Voor zover van toepassing is / zal er worden getoetst aan bovenstaande zaken.
Omdat doelstellingen van leges kunnen verschillen, is het niet mogelijk om in deze paragraaf verder in te gaan op de tarievenbeleid van individuele leges.
Afvalstoffenheffing
De functie van de afvalstoffenheffing is het dekken van de kosten die de gemeente maakt voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenheffing is geregeld in de Wet milieubeheer. Het feit dat de gemeente verplicht is (wettelijke inzamelplicht als gevolg van artikel 10.11 van de Wet milieubeheer) om binnen het gehele gebied huisvuil in te zamelen is reden voor de heffing. Het belastbaar feit is het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer - artikelen 10.21 en 10.22 een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Afvalstoffenheffing moet worden betaald als een perceel feitelijk wordt gebruikt én de gemeente hier op basis van de wet verplicht is huishoudelijk afval in te zamelen.
Het tarief is een vast bedrag per jaar. De afvalstoffenheffing in 2019 is € 237,84 (2018: € 234,96).
Beleid tarieven afvalstoffenheffing:
Uitgangspunt voor deze heffing is 100% kostendekking.
Rioolheffing
De functie van de rioolheffing is het dekken van de kosten verbonden aan de inzameling en het transport van afvalwater. Daarnaast worden ook lasten voor de taken op het gebied van de afvoer van hemelwater en grondwaterbeheer uit de rioolheffing gedekt.
De bevoegdheid tot het heffen van de rioolheffing is vastgelegd in de Gemeentewet.
De heffing wordt opgelegd aan gebruikers van percelen van waaruit (afval-)water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Het tarief is een vast bedrag per jaar voor elke afgevoerde hoeveelheid afvalwater van 0 ten met 500 m³ (hieronder vallen alle huishoudens). Voor de afgevoerde hoeveelheid afvalwater boven de 500 m³ geldt per categorie een trapsgewijs relatief afnemend tarief.
Het tarief voor de rioolheffing bedraagt in 2019 €165,24 (201: € 162,84).
Beleid tarieven rioolheffing:
Uitgangspunt voor deze heffing is 100% kostendekking.